Na een paar dagen dooien, dwarrelde er opnieuw stilte vanuit de lucht op ons neer. Kleine maar doortastende vlokjes voorzien het landschap van een nieuwe laag poedersuiker, balancerend op twijgjes zoals enkel verse sneeuw kan.
Na een fijn bezoek de voorbije week, was het voor ons tijd om er weer op uit te trekken. Er is nog zoveel te exploreren, zoveel paden te bewandelen en zoveel moois te zien dat et moeilijk kiezen is. Om ergens te beginnen kozen we dit weekend voor een kleine road trip naar Mora, een stadje meer naar het noorden waar de beroemde skirace Vasaloppet na een uitdaging van 90km arriveert.
Onderweg herkenden we een het dorpje Rättvik van 1 van onze vele omzwervingen doorheen Zweden. Herinneringen aan deze fijne campingplek met een onvoorstelbaar mooie zonsondergang tussen de eilanden deed ons niet alleen met plezier herinneringen ophalen, maar maakte ons vooral ook nieuwsgierig naar hoe het er in de winter uit ziet.
Het was er muisstil. De verse sneeuw kraakte onder onze voeten toen we het pad afliepen richting het meer. We passeerden de grillplaats, de steiger, het strand, allemaal wachten ze tot de zomer terug keert.
Maar de eilanden, die lagen er zoals altijd onverstoord en prachtig bij als minimale zwartwitte aftekeningen die zweefden in de witte leegte van de winter. Een frisse wind waaide de sneeuwvlojes over de uitgestrekte witte vlakte. We bliezen onze herinneringen over het meer en ademden de vrijheid in alvorens onze toch verder te zetten richting einddoel:Mora.
Voor Mogwai was een wandeling door de stad, het zien van zoveel mensen en de heerlijke luchtjes van de kraampjes een plezante afwisseling op de lege bospaden. Oona echter, zag er de leut niet zo van in, vooral niet toen ze ook nog eens een paar spotte. En nog wel midden op straat!!
Kindjes op haar hoogte vond ze wel fijn, woeste kefhonden deden het enthousiasme dan weer snel omslaan en een paar onverwachte geluiden achter haar en we moesten even een rustige hoek opzoeken zodat ze weer tot rust kon komen. Door de drukte was ze wel even van haar melk. Zelfs de kaas waarmee ze meestal prima te lokken is, gunde ze geen blik.
Gelukkig herstelt ze zich snel en is ze nog altijd heel erg nieuwsgierig, maar ik ga er toch werk van moeten maken om vaker naar het dorp te rijden om haar duidelijk te maken dat mensen inderdaad zowat onbeholpen kriskras door elkaar lopen en meer lawaai maken dan de ‘hej hej’ die je in het bos hoort. Kwestie van haar niet enkel als wilde boshond groot te brengen maar ook een minimaal begrip van de stedelijke chaos bij te brengen.
Meer beelden van de race/Mora hier.