Een terugblik met een vleugje zomerse warmte, zonneschijn en de verbroken stilte van de ochtend wanneer de vogels de zon tegemoet zingen. Terwijl Mo en ik erop uit trokken om foto’s te maken, lagen onze medereizigers nog heerlijk te ronken en ze merkten niets van ons stille vertrek. Behalve wij twee was ook Jan de kajakker wakker. Met een ongekende handigheid peddelde hij tot aan de steiger om een praatje te maken. “Mornings can’t be more perfect than this”, vertelde hij me glunderend met een blik over het gladde wateroppervlak, “you can take a kayak and go, it’s on the house!” En daar ging hij en binnen de minuut was hij uit het zicht verdwenen. Ik rende naar de camper, sprong zo snel als ik kon in mijn badpak en shorts, kapte snel een laag zonnemelk over me heen en klouterde heel voorzichtig in de kajak- héél voorzichtig, ja want in tegenstelling tot de nogal logge kajaks die ik gewoon ben, was dit een soort race-ding. Vrij smal en wiebelig dus bij het vertrek moest ik flink wennen en rustig en gelijkmatig peddelen. Maar het lukte! De boot sneed zich geruisloos door het oppervlak. Door het heldere water kon ik ver onder me de bodem zien en aan de eilandjes die ik passeerde kwamen vogels nieuwsgierig kijken. Gek genoeg ben je een minder eng mens wanneer je in een boot passeert. Door het riet peddelde ik tot aan één van die rotsachtige eilandjes waarop bomen met hun diepgroene kruin naar de zon reikten en trok de boot omhoog op de rotsen (je wil immers je boot niet zien wegvaren zonder je). Het water was glashelder, kleine vogeltjes lieten zich nu en dan horen maar verder was het muisstil. Een hele tijd stond ik daar gewoon. Te kijken. En dan dook ik het koude water in– wat een sensatie! Bij mijn terugkeer stond Jan al heel nieuwsgierig op me te wachten op de steiger. Of dit niet absoluut perfect was? Zeker weten! ]]>