Eerder deze week, reed ik na een modderige wandeling met de doggies weer naar huis. De zon scheen heerlijk en ik was een beetje in gedachten verzonken toen ik in mijn ooghoek een hand de lucht in zag gaan.
Het duurde even voor mijn frank viel. Ik keek even in mijn achteruitkijkspiegel, maar zag niets dus keerde terug.
Ik stopte ter hoogte van de uitgestoken hand aan de kant van de weg.
"Alles ok meneer?" vroeg ik praktisch gelijktijdig met zijn: "kan ik u helpen, madam?
Terwijl ik dacht dat die meneer misschien de gracht in gesukkeld was en er niet meer uit geraakte, bleek hij gewoon het gras wat bij te werken. Manueel dan wel, want zijn machientje had het opgegeven. Het ding stond werkloos tegen de muur.
De opgestoken had was een goedbedoelde goedendag aan passanten.
"Want,"zo vertelde de meneer, "er zijn al genoeg zure mensen in de wereld."
Wanneer ik doorreed zwaaide ik nog eens extra naar de optimistische man in de kant, en vervolgde mijn weg met een big smile 🙂