Kleine huisjes, steile rotsen en bootjes die dansend op het water liggen te wachten op nieuwe ontdekkingstochten, Fjällbacka is dan wel een piepklein dorp maar wel eentje met een enorme aantrekkingskracht.
Het was de Zweedse misdaadserie “Fjällbacka morden” die onze nieuwsgierigheid wist te prikkelen met sfeervolle beelden uit die omgeving. Camilla Läckberg, de schrijfster van de boeken waarop de serie gebaseerd is, was afkomstig van Fjällbacka maar gelukkig loopt het met de moorden niet zo’n vaart of we zouden enkel nog een spookdorp kunnen bezoeken.
Wij bezochten het dorp buiten het hoogseizoen en hoewel je kan deelnemen aan een mystery toer of boottocht was het vooral de Kungsklyftan waar ik meteen naartoe wou. De kloof zelf is makkelijk te vinden via een reeks trappen die je snel spot in het centrum van het dorp. Het eerste stuk ging zeer vlot en gaat prima voor honden als ze trappen kunnen lopen. Je bereikt al snel de kloof en de indrukwekkende hangende rotsblokken. Dan werd het wat moeilijker voor Ravasz om via de grote rotsen verder te klauteren. Ook Oona bakte er niet veel van en aan de leiband was de kleine stuiterbal echt geen pretje. Allerlei rotsblokken liggen her en der in de kloof en op zich is goed doenbaar maar je moet wel een beetje uitkijken waar je je voeten zet. Mogwai liet ik gewoon los lopen zodat ze zelf haar weg kon vinden en dat deed ze zo vlot als een berggeit. Af en toe keek ze om met een ongeduldige en afwachtende blik:” he baas, kom je nog?”
Het laatste stuk gingen Mo en ik alleen verder en ik zou je aanraden om geen hond mee te nemen die erg aan de leiband trekt of onverwachte bokkensprongen kan maken. Je moet immers via een trap omhoog klimmen langs de rotswand. Heb je zoals ik hoogtevrees dan is het een route van bibber en vrees. Zelfs bij het beschrijven of denken aan de trappen krijg ik klamme handen en tintelingen. Maar ik kan je verzekeren, het is de moeite!
Helemaal boven kom je immers uit op het platte stuk van de berg waar je een waanzinnig uitzicht hebt over het dorp en de zee met tal van eilanden, kleine bootjes en wolken die in stilte voorbij varen. Een plek waar je je een hele dag kan vergapen aan he tspel van he tlicht op het water en door de kleine straten.
Bovenop de berg kan je een pad volgen dat nog een paar kilometer verder loopt maar omdat ik alleen was, de omgeving niet kende en ik gezien mijn hoogtevrees het lot niet wilde tarten, verkozen Mo en ik om terug te keren na een tijdje genieten in de zon. Opnieuw al die enge trappen af :-). Yup, ik ben een watje tot de derde macht als het op hoogtes aan komt.
Met z’n allen maakten we nog een fijne wandeling langs het kerkje, door de kronkelende straatjes en tot aan het water. En ookal weten we dat het dorp zich volop klaar maakte voor de zomerse touristen, een nieuwsgierigheid naar de winterse versie maakte zich van ons meester. Ik ben er dus vrij zeker van dan dit nog een vervolg krijgt. Een sneeuwwit vervolg als het aan mij ligt 🙂
Met de camper was het niet zo evident om een slaapplek te vinden. De meeste campings waren nog niet open (dit was begin mei) en een wildkampeerplek was moeilijk te vinden. Wij reden dus een stuk verder om te slapen maar moest je een volledig uitgeruste camper hebben of gaan wanneer de campings open zijn, dan is er natuurlijk geen enkel probleem.