Een ongeluk komt nooit alleen, zeggen ze, en dat bleek de voorbije week behoorlijk accuraat ookal kwamen we geen zwarte katten tegen en liepen we niet onder ladders door. Het begon met Ravasz die zich op woensdagochtend onwel voelde. De avond ervoor stond hij nog te bedelen aan tafel, maar ’s ochtends gaf hij niet alleen over, hij wilde ook niets anders hebben. Omdat hij redelijk belangrijke medicatie hoort te krijgen, probeerde ik in de loop van de dag een paar keer wat lekkers aan te bieden zoals cottage cheese en gekookte zalm, maar niets van dat alles moest hij hebben. Heel stil lag hij in Joeri’s bureau op zijn favoriete kussen te slapen. Hij wilde alles wel in het oog houden maar bleef toch ter plaatse. Omdat Joeri weg was voor zijn werk, verhuisde ik mijn hele boeltje en nam zijn werkkamer over, stookte goed wat hout zodat het huis lekker warm was en zat de hele dag in de buurt van Ravasz. Het enige dat ik me kon bedenken was dat dit het einde was van ons verhaal. Dat de kanker terug was of de galsteen voor een blokkage zorgde. Alles lag klaar om met spoed naar de dierenarts te rijden en ik vroeg zelfs al een vriend of hij mee kon- om toch niet alleen te moeten gaan.
Na de middag wilde Vaske toch een beetje kaas eten maar na een volgende poging tegen de avond, moest hij meteen naar buiten zodra hij een hapje of 2 binnen had. De moed zonk me in de schoenen. Dikke tranen en massas knuffels. Het besef ook dat niets voor altijd is. En de vraag wat de juiste beslissing zou zijn.
Omdat ik niet wist wat te doen, vroeg ik Dr. Ruth Fortrie om advies. We hebben nu wel een dierenarts in Zweden, maar Dr. Fortrie blijft toch Ravasz zijn dierenarts voor ons en ik vertrouw voluit op haar advies. Ook nu zocht is naar de medicatie die ze op gaf, vond 1 van de opties en gaf dat meteen aan Ravasz. De andere medicatie was op vooschrift en het leek wel een eeuwigheid te duren eer we ons digitaal voorschrift via de kliniek hier kregen (gelukkig kan dat wel via het persoonnummer), en vervolgens kon ik de mensen van de aoptheek wel een toek verkopen toen bleek dat ze het pas tegen zaterdag zouden kunnen bestellen. Zaterdag! Het was op dat moment donderdag, de meest deprimerende dag van het jaar met koude regen en donkere wolken en het vooruitzicht dat Ravasz er zaterdag niet eens meer zou zijn. Blijkbaar had de Zweedse dierenarts al wel een vermoeden dat dit even kon duren want we kregen ook een vrij verkrijgbaar alternatief. Dik tegen zijn goesting ( een algemeen Nederlandse uitdrukking zou de lading niet dekken) liet Ravasz me de medicatie toedienen.
Een tijd later stond hij op en snuffelde hoopvol aan de pot rijst die ik had gekookt. De inieminie portie rijst was in no-time op. Meer! Zeiden zijn hongerige ogen, maar ik was te voorzichitg om hem meer te geven. Toch maar eerst zien of we de nacht door kwamen want de eetlust was al een beetje terug, de energie nog niet. Voor het eerst sinds zijn het-is-te-koud-staking had hij geen zin om langer buiten te zijn dan allernoodzakelijkst. Na een woelige nacht waarbij ik Ravasz telkens ik wakker schoot ook checkte, was het een plezier om hem op vrijdag te zien opstaan met zin om buiten een toertje in de tuin te gaan wandelen. De zon scheen weer en hij leek te genieten van de frisse lucht, maar toch ook niet te lang.
En dan was het plots zaterdag en was Ravasz er nog steeds. Straffer nog, hij vond dat rijst-dieet maar eentonig en stal in de 2 minuten dat ik boven was, een pakje kerstomaten van het aanrecht! Tegen dat ik beneden stond, stond hij onschuldig bij de kaalgevreten steeltjes alsof ze vanzelf weggelopen waren. Ik kan wel een gefrustreerd zijn dat Joeri na bijna 13 jaar nog niets buiten bereik van Ravasz kan achterlaten, maar tegelijk moest ik zo lachen. Yup, eten stelen is een goed teken voor Ravasz! En zo tevreden ove zijn buit, had hij zelfs zin om in de tuin rond te hangen en stal hij zelfs een stok van Oona.
Hoe het nu verder gaat, weten we eigenlijk niet. Is dit nu voorbij? Of was dit een eerste symptoom van iets anders? Geen flauw benul. Het enige dat we kunnen doen is er zijn voor Ravasz en hem elke dag heel veel liefde, lekkers en een beetje avontuur op maat te bieden. Niets is voor altijd maar zolang hij er plezier in heeft, zullen wij er voor hem zijn.
Maar ik zei al, een ongeluk komt nooit alleen. De voorbije dagen leek dan ook alles mis te lopen. Op vrijdagochtend kookte ik extra rijst voor Ravasz. Wie me een beetje kent, weet dat ik een driedubbele kluns ben in de keuken en dus voor ik het wist, was de hele keuken gevuld met stinkende rook, zag de rijst zwart en stond ik buiten met de doggies terwijl alle ramen in huis open stonden. Vier dagen later kan je het nog ruiken.
Gezien ik thuis wilde blijven voor Ravasz, moesten de jonkies in en rond het huis wat extra spelletjes en uitdaging krijgen. Meestal doen we dan klickeroefeningen of ravotten ze in de tuin, nu belandde ik om 1 of andere ongekende reden in een achtervolgingsspelletje door de keuken, living en hal. Ik rendde uitgelaten rond, zo snel als ik kon terwijl Oona en Mogwai me probeerden in te halen. Aan dat spelletje kwam abrubt een einde toen mijn teen achter de deurstijl bleef hangen, er een stuk hout uit knalde en ik tegen de grond ging. Maargoed, ik ben een fulltime kluns en heb gelukkig redelijk flexibele tenen dus zoals altijd vloekte ik binnensmonds, knuffelde de doggies die me eindelijk inhaalden en ging dan maar aan tafel verder werken. Kort daarna begon mijn voet super warm te worden en te kloppen. Toen ik mijn sok voorzichtig uittrok bleek de teen opgezwollen te zijn en blauw te verkleuren. Nondedju.
Maar we zijn er nog niet.
Het voorbije weekend was het plots ėcht lenteweer. Ideaal om een beetje in de tuin te werken terwijl de doggies spelen. Oona helpt met de snoeiwerken, Mogwai steelt stokjes. Wij halen dan een plastic stok om iets veiliger aan te bieden, gaan zij wild met een half verkoolde blok hout die ze in de tuin vonden. Het hoge waterniveau van het meer trekt onze modderliefhebbers al de hele week aan, en het is een plezier om hen na maanden van ijs in het water te zien spelen. Net voor we weer naar binnen gingen, zagen we Mo aan haar achterpoot likken. Ik checkte haar pootje langs alle kanten maar kon niets vinden. Haar kussentjes waren glad en het enige dat ik kon vinden was wat gras tussen haar tenen. Ik haalde dat weg en ze wilde meteen verder gaan spelen dus dat leek me wel afgehandeld. Tot ik zondagochtend de nageltjes wilde knippen en opmerkte dat haar linker achterpoot veel dikker was dan de rechter. Opnieuw vond ik niets dus schakelde ik Joeri in om haar op haar rug te houden in het zonlicht zodat ik beter kon zien. Onderaan haar pootje leek er wat modder in de haartjes vast te zitten, ik probeerde het op te kuisen maar besloot het haar zoveel mogelijk weg te knippen. En dan, met alle haartjes kortgewiekt, vond ik de oorzaak: een wondje, midden tussen haar teentjes dat flink ontstoken was- het was dus geen modder maar etter in die haartjes. De hele dag werd elke 2-3u het wondje gespoeld en ontsmet en ondanks dat het niet snel genoeg leek te beteren, stond het wel proper en droog tegen de volgende ochtend. Maar voorlopig staat Mo dus op rust- en dat is echt niet naar haar zin. Zo triest dat ze keek toen we alleen met Oona gingen fietsen. En dan die blik van achter het keukenraam toen ze ons zag thuis komen. Arme puppemie! Maar dat pootje zal toch eerst 100% beter moeten zijn voor ze weer voluit mag gaan.
Het licht in België vs Zweden:
Zonsopkomst B: 6u00
Zonsondergang B: 21.14
Zonsopkomst Z: 4u33
Zonsondergang Z: 21u12
Gisteren, toen we na onze Zweedse les weer naar huis reden, viel het op hoe licht de avonden al zijn. Het is nog meer dan een maand tot midzomer maar nu al blijft een gloed tot voorbij middernacht aan de horizon hangen. Het gaat snel nu!