Uit nieuwsgierigheid stelde ik Instagram de vraag: “Wat voor weer verkies jij om te fotograferen?” Lange tijd gingen de stemmen op voor bewolkt weer, maar na 24 uur was de stand gelijk. Wat een mooie uitkomst!
Zelf kon ik natuurlijk niet mee stemmen, anders was er misschien nog wel een percent bij gekomen aan de kant van… de zon! Maar je kon mijn persoonlijke voorkeur vast wel raden? Toch wil het wanneer we het over licht hebben in geen geval beperken tot een voorkeur net omdat er zoveel mee meespeelt dan persoonlijke smaak. Behalve het type licht waarbij je je foto maakt, speelt ook je onderwerp een rol, de manier waarop je het licht inzet en de mate waarin het licht bijdraagt aan het verhaal van je foto.
Soorten licht.
When you read you begin with ABC
When you sing you begin with Do, Re, Mi, Do, Re, Mi
En wanneer het gaat om licht is een eerste grote onderscheid: hard licht versus zacht licht. Direct zonlicht met uitgesproken schaduwen, grote contrasten en duidelijke hooglichten is hard licht. Een bewolkte dag met weinig tot geen schaduwen en weinig contrast geeft je zacht licht. Het is een soort eerste grove onderverdeling die op zich niets zegt over de kwaliteit van het licht in functie van je onderwerp. Licht kan ook frontaal zijn of tegenlicht. Warm zoals bij een brandende zonsondergang of koud zoals op een bewolkte dag of voor zonsopkomst.
Één van de redenen waarom veel mensen een sterke voorkeur hebben voor bewolkte dagen zijn de problemen of uitdagingen die zonlicht met zich meebrengt. Zonlicht zorgt voor schaduwen, contrasten, hooglichten en de verschillende kleurtemperaturen. Bij bewolkt weer is het meestal makkelijker om een neutrale opname te maken en deze te bewerken naar eigen smaak omdat je dan met minder factoren rekening moet houden.
Anderzijds kan het licht van deze bewolkte dagen ook zorgen dat je foto’s er vlak of misschien wat saai uit gaan zien.
Wat is dan het optimale licht?
Ik weet wat voor licht me naar buiten drijft, het soort licht waarvoor ik om 6u in de ochtend uit mijn bed spring of waarvoor ik zelfs in de vrieskou een hele dag buiten rondhots. Ik ga uit mijn dak van laag licht met een koude toets, lange schaduwen en boeiende contrasten. Een schoolvoorbeeld zou een vroege herfstochtend kunnen zijn waarbij ’s nachts voor het eerst de temperaturen onder nul doken en een optimistische zon de laatste sluiers mist verjaagt. Ja, daarvoor vlieg ik uit mijn bed en loop ik desnoods in pijama over de velden.
Maar dat is mijn ding natuurlijk. Het soort licht dat past bij de momenten en verhalen die ik het liefst fotografeer en deel. Als jouw stijl eerder draait rond zachte portretten dan kan je op die ochtenden rustig blijven liggen en wachten tot er wollige wolken voor de zon schuiven. Of je kan het bos in trekken en gebruik maken van de vegetatie die harde stralen zal weren. Of bijvoorbeeld wachten tot de zon net achter de horizon verdwijnt. Kortom, het ideale licht is afhankelijk van de invalshoek die jij verkiest.
Een boeiend hulpmiddel in mijn leerproces was de analyse van films. Bedenk je eens hoe je je voelt bij het bekijken van een scène. Wat willen de makers over brengen? Waarom? En vooral: hoe? Zelfs zonder voorbeeld kan je kerkhof scène uit een horrorfilm oproepen, nietwaar? Of een vrolijke dag op een tropisch strand?
Hier 2 voorbeelden uit de film ‘Marley and me’ uit 2008:
Ook animatiefilms spelen handig met zowel licht als kleur:
In praktijk.
We hebben het helaas niet voor het kiezen. Soms hopen we op wat wolken en hebben we in de plaats een verblindende zon, andere momenten hopen we op zonlicht en lopen we onder een kleurloze hemel.
Wanneer de zon (te) fel is kan je de schaduw opzoeken, werken met een invulflits of een reflectiescherm om de donkerste delen op te lichten enhet contrast weer in balans te brengen. Ik werk zelf meestal met een goud/zilver gestreept reflectiescherm om zo een iets warmere tint aan het licht toe te voegen want met heel fel/hard licht gaat ondanks de zon toch het karakter van de kleuren verloren. (Voorbeelden van twee soorten licht, 1 locatie, hier.) . Behalve het contrast corrigeren kan je de harde schaduwen of contrasten net inzetten om je foto’s extra expressief te maken. Belangrijk hierbij is om de belangrijkste elementen van je foto juist te belichten zodat wanneer de schaduwen dichtlopen, alle aandacht naar precies het belangrijkste deel van je onderwerp gaat.
Op een zwaarbewolkte dag kan je op zoek gaan naar boeiende structuren als voor-en achtergrond en op die manier vermijden dat je een strakwitte lucht achter je onderwerp krijgt (dat geeft aangevreten randen en toont vaak de fouten van je lens zoals chromatische abberatie). Voor extra contrast kan je werken met een flitser als hoofdlicht. Omdat ik zelf graag kleur zie, ga ik in mijn nabewerking meestal voor een snuifje extra saturatie en een iets warmere tint. Waarom een warmere tint? Omdat warme kleuren algemeen gezien vriendelijker en toegankelijker overkomen dan koude kleuren die eerder afstandelijk en kil aandoen. Maar zelf hou ik het graag subtiel, die kleuraanpassingen. Geen oranje sneeuw hier of tropische kleuren in een winterlandschap 😉